Vandaag is Nederland in één klap honderd rijksmonumenten rijker, zo bericht het NOS-journaal. Het betreft gebouwen uit de periode van de wederopbouw, dus, zou je zeggen: tussen 1945 en 1958, want enerzijds was er na de oorlog inderdaad alle aanleiding om het land weder op te bouwen, en anderzijds moet een gebouw minimaal vijftig jaar oud zijn om rijksmonument genoemd te kunnen en mogen worden (de wederopbouwperiode schijnt overigens maar liefst tot 1970 door te lopen: wat binnen vijf jaar werd gesloopt, kon niet sneller dan in vijfentwintig jaar worden wederopgebouwd). Beetje vreemd dus om op het Journaal de Utrechtse Stadsschouwburg te zien, een gebouw, immers, dat in 1937 werd ontworpen en in 1941 klaar was. In 1942 fotografeerde Jesse het (zie dit blog, 9 april 2006). De volledige nieuwe monumentenlijst is hier te vinden; Dudoks Utrechtse schouwburg staat op nummer 95 (maar dat heeft niets met rangorde te maken, en stijgen, al dan niet met stip, behoort niet tot de mogelijkheden).
Maar ja, Rachel de Meijer schrijft op de site van het Journaal: 'Het gaat om gebouwen die gerealiseerd zijn tijdens de wederopbouwperiode van 1940 tot 1958. In die tijd werden in Nederland in snel tempo een miljoen woningen uit de grond gestampt.' Een ruime begripsafbakening, op gezag van Anita Blom van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, medeopsteller van de lijst (zie hier de toelichting bij de voordracht voor de lijst).
Ik vind het enerzijds prima om dit fraaie gebouw een monument te noemen (zeker als de zon erop schijnt, de oude plataan ervoor nog blad draagt en de dames daaronder in de fontein spartelen; of juist 's avonds, als die leuke rode, post-dudokiaanse lichtjes in het donker langs de dakrand racen); ik wis niet beter of het was al een monument. Maar om het als uiting van wederopbouwarchitectuur te zien, gaat me anderzijds wel wat ver.
maandag, oktober 15, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten