dinsdag, april 06, 2010

Servaasbolwerk

Op bladzijde 64 van het boekje met foto's van Jesse waar het hier nog steeds over gaat, staat een zonnige foto van het Servaasbolwerk, met links de Schalkwijkstraat (zie digirepro in het Nederlands Fotomuseum).

Servaasbolwerk, 6 april 2010De man op de fiets, die er met een forse potplant vandoor gaat, mogelijk een struik van de firma A.F. Oostveen, is er niet meer, op de foto althans; zomin als de firma Oostveen nog bestaat, op die plek althans. Er zijn nu wel meer onbemande fietsen, waaronder mijn tobbende, zwarte Gazelle (het middelste van de afgebeelde rijwielen), en een felgekleurde nieuwigheid van rond de eeuw- en milleniumwisseling: een deelauto op een deelautostandplaats, gemarkeerd met een bordje 'autodate' omdat quasi-Engels kennelijk beter klinkt; ooit wel eens een Engelstalige een auto 'auto' horen noemen? En welke malloot maakt er nou een gezellige afspraak met zichzelf, anders dan een schizofrene narcist? Men is, denk ik, te lui om een fatsoenlijk Nederlands woord te verzinnen en doet het af met een halfbaken mixwoord. En het zijn trouwens altijd Franse autootjes, ook al heten ze, alweer in het Engels, groenwielen terwijl ze op zwarte banden staan.

Geen opmerkingen: